Wanneer de Toewijzingscommissie beslist over het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring gebeurt dat aan de hand van de volgende uitgangspunten:

  1. De onderwijsbehoeften van de leerling zijn leidend.
  2. Wanneer de school niet tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften op het gebied van gedrag / sociaal emotioneel functioneren – en de mogelijkheden van horizontale doorverwijzing onderzocht zijn – kan eventueel een toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven.

Dit betekent onder meer dat er geen toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven:

  • wanneer er alleen sprake is van een beneden-gemiddelde intelligentie
  • wanneer er alleen sprake is van leerproblemen
  • wanneer er zich alleen problemen voordoenbuiten de schoolsetting
  • voor een leerling met beperkte cognitieve mogelijkheden, die zich wat betreft leer-

vorderingen ontwikkelt conform deze mogelijkheden

  • voor een leerling die in sociaal-emotioneel opzicht floreert op de basisschool
Handelingsverlegenheid bij de betreffende basisschool is onvoldoende grond om een toelaatbaarheidsverklaring af te geven.